Concert

Der Rosenkavalier

foto: Clärchen and Matthias Baus
  1. Concertenchevron right
  2. Der Rosenkavalier

Der Rosenkavalier
Der Rosenkavalier is een opera van Richard Strauss uit 1910, op een tekst van Hugo von Hoffmansthal. Die tekst kenmerkt zich door prachtige monologen over de tijd en het ouder worden. Anderzijds is het in het verhaal met verkleedpartijen en plotseling opduikende personages duidelijk dat Von Hoffmansthal geïnspireerd was door Franse komedies uit de achttiende eeuw.
De muziek van Richard Strauss is een mengeling van allerlei tijden: men hoort de fin-de-siècle-weemoed van anno 1910, toen de opera in première ging; er zijn pseudo-klassieke momenten en er is toverachtig mooie muziek die de klok stil lijkt te zetten. We horen in zijn orkest het weerkaatsen van het licht in de zilveren roos, het plassen van het hondje van de hondenverkoper, de klok van de Feldmarschallin die 13 keer slaat en niet te vergeten, in de orkestrale inleiding, de wilde liefdesnacht van Octavian en de Marschallin. De vele walsen – gezien als een erotische dans omdat de lichamen van de dansers tegen elkaar aan gedrukt staan en ronddraaien door de ruimte – duiden op onderhuidse liefdes- en lustgevoelens.

Speellijst is niet beschikbaar.

Opnamedatum

zaterdag 29 april 2023

Omroep

NTR

Componisten

Richard Strauss

Uitvoerenden

Hofmannsthal, Hugo von (Tekstschrijver), Maria Bengtsson (Die Feldmarschallin - sopraan), Christof Fischesser (Der Baron Ochs auf Lerchenau - bas), Angela Brower (Octavian - mezzosopraan), Martin Gantner (Herr von Faninal - bariton), Nina Minasyan (Sophie - sopraan), Iris van Wijnen (Jungfer Marianne Leitmetzerin - mezzosopraan), Marcel Reijans (Valzacchi - tenor), Eva Kroon (Annina - mezzosopraan), Erik Slik (Haushofmeister der Feldmarschallin - tenor), Ian Castro (Haushofmeister bei Faninal - tenor), Scott Wilde (Ein Polizeikommisar - bas), Alexander de Jong (Ein Nota - bas-bariton), Lucas van Lierop (Ein Wirt - tenor), Angel Romero (Ein Sänger - tenor), Dana Ilia (Drei adelige Waisen - sopraan), Maria Kowan (Drei adelige Waisen - alt), Marieke Reuten (Drei adelige Waisen - alt), Tomoko Makuuchi (Eine Modistin - sopraan), Richard Prada (Ein Tierhändler - tenor), François Soons (Vier Lakeien - tenor), John van Halteren (Vier Lakeien - tenor), Nicolas Clemens (Vier Lakeien - bas-bariton), Christiaan Peters (Vier Lakeien - bariton), Frank Engel (Vier Kellner - tenor), Jorne van Bergeijk (Vier Kellner - bas), Hans-Pieter Herman (Vier Kellner - bas), Sander Heutinck (Vier Kellner - bas), Peter Arink (Hausknecht - bas), Lorenzo Viotti (Dirigent)

Ensembles

Koor van De Nationale Opera; Nieuw Amsterdams Kinderkoor; Nederlands Philharmonisch Orkest

Tijdperken

Vroeg twintigste eeuw

Locatie

Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Eerste bedrijf
De gehuwde Feldmarschallin Marie-Thérèse, vorstin Werdenberg, heeft de nacht doorgebracht met haar jongere minnaar, de zeventienjarige Octavian, graaf Rofrano. Ze worden gestoord door de brute binnenkomst van baron Ochs auf Lerchenau, een edelman uit de provincie die Marie-Thérèse komt vragen naar iemand die als bruidwerver een zilveren roos kan uitreiken aan zijn bruid, de zestienjarige Sophie von Faninal. Intussen heeft Octavian zich als meisje verkleed om niet betrapt te worden in de slaapkamer van Marie-Thérèse. Baron Ochs maakt dit kamermeisje, dat door Marie-Thérèse Mariandl genoemd wordt, direct het hof.
Groepen verkopers en anderen komen bij Marie-Thérèse binnen en een andere bewonderaar heeft een Italiaanse tenor gestuurd. Baron Ochs probeert intussen bij de notaris zo veel mogelijk geld te slaan uit zijn huwelijk met Sophie. De Italiaanse intriganten Annina en Valzacchi bieden hem hun hulp aan.
Als iedereen weg is, spreekt Marie-Thérèse haar afschuw uit over het huwelijk van Baron Ochs en Sophie. Het brengt haar naar haar eigen jeugd. Als Octavian weer terugkeert, dit keer in eigen kleding, legt Marie-Thérèse uit dat hun verhouding het verstrijken van de tijd niet zal overleven. Octavian vertrekt. Marie-Thérèse laat hem de zilveren roos nasturen, waarmee hij als bruidswerver naar Sophie toe moet.

Tweede bedrijf
In het huis van Faninal maakt iedereen zich op voor het aanstaande huwelijk. De bediende Marianne Leitmetzerin beschrijft hoe Octavian nadert met de zilveren roos, die hij overhandigt aan Sophie. Na afloop van die ceremonie raakt het tweetal in gesprek, maar dan maakt baron Ochs auf Lerchenau zijn opwachting, met zijn luidruchtige gevolg. Zijn ruwe gedrag is een grote desillusie voor Sophie: als ze achterblijft met Octavian bekent het tweetal elkaar zijn liefde. Ze worden betrapt door Annina en Valzacchi. Baron Ochs vindt het aanvankelijk geen groot probleem totdat Octavian vertelt dat Sophie hem niet meer wil. Tijdens hun confrontatie brengt Octavian de baron per ongeluk een lichte wond toe. Het hele huis is in paniek. Als Faninal hoort dat Sophie weigert met Ochs te trouwen, zegt hij dat haar zal dwingen en dat ze anders een klooster in zal moeten.
Baron zwelgt in zijn zelfmedelijden. Wat hij niet weet, is dat Annina en Valzacchi intussen voor Octavian werken. Als Annina hem een briefje overhandigt met een uitnodiging van Mariandl, het kamermeisje van Marie-Thérèse, loopt hij direct in de val, niet wetend dat hij een afspraakje zal hebben met de verklede Octavian.

Derde bedrijf

In een herberg bereiden Valzacchi, Annina en Octavian de val van baron Ochs voor. De baron arriveert voor zijn afspraak met Mariandl, de verklede Octavian. Tijdens hun samenzijn worden ze diverse malen gestoord, bijvoorbeeld door Annina die beweert de echtgenote van Ochs te zijn met een groep kinderen in haar kielzog. Het oproer leidt ertoe dat een politiecommissaris wordt geroepen. Ochs beweert dat het meisje met wie hij is zijn bruid Sophie is. Dan arriveert Faninal zelf met zijn dochter terwijl Mariandl aan de commissaris onthult dat ze de verklede Octavian is. Dan kondigt de herbergier de komst van Marie-Thérèse, die ervoor zorgt dat Ochs zich uiteindelijk terugtrekt. Ze maakt kort kennis met Sophie en begrijpt dat haar relatie met Octavian nu echt over is. Ze neemt afscheid van Octavian die Sophie in de armen valt.


Tekst: Hein van Eekert

Ster advertentie
Ster advertentie