In een notendop
MAX

Muziek in een Notendop #32: Wat zijn stemmingen?

foto: MAXfoto: MAX
  1. Klassiekchevron right
  2. Muziek in een Notendop #32: Wat zijn stemmingen?

In de week van de verkiezingen gaan we het hebben over stemmingen. Niet in de politiek maar stemmingen in de muziek. Een onderwerp voor de doorgewinterde Notendopper. Wat hebben stemmingen bijvoorbeeld te maken met wiskunde en Mongoolse boventoonzang? Sander is in opperbeste stemming en legt het je allemaal uit.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Wat zijn stemmingen?

Stemmingen, akkoorden, het is net politiek. Maar zelfs in Den Haag worden niet zulke wrange akkoorden gesloten als er in de muziek kunnen klinken bij bepaalde stemmingen. Dit wordt een heftige video waarin je voorkennis als vaste Notendopper goed van pas komt.

Een stemming komt naar voren in de relatie tussen verschillende tonen. In onze westerse muziekwereld rekenen we in octaven. Een octaaf heeft twaalf tonen. Die tonen staan op een bepaalde afstand van elkaar, hun frequenties hebben een bepaalde verhouding. Het gros van de instrumenten is gelijkzwevend. Dit slaat op een evenredige zweving tussen de verschillende tonen. Hierbij zijn twee zaken van belang: de frequentie van de losse toon en hoe die frequentie in verhouding staat tot de andere tonen van het octaaf. Een losse toon klinkt in onze oren zuiver. De zweving ontstaat wanneer je niet één, maar twee of meer tonen tegelijk laat klinken in een gelijkzwevende stemming. De frequenties staan dan in een imperfecte verhouding tot elkaar, waardoor de boventonen een beetje met elkaar op de vuist gaan. (Google eens op Mongoolse boventoonzang) Ons oor hoort dat, vaak onbewust, als zweving.

Kan het niet zonder zweving? Die vraag stellen zowel politici als musici. Want zeg nou zelf, dat gezweef kan je toch missen als kiespijn? Nou, nee. Want net als de functie van ons poldermodel is het in de gelijkzwevende stemming ook een compromissenkwestie. Alle tonen in het octaaf doen wat water bij de wijn en voilà: iedereen zweeft evenredig. Wiskundig gezien is dit de eerlijkste manier. Maar volstrekt zuivere koffie is het niet. Daarvoor mag je aankloppen bij een andere stemming. In de 16e eeuw kwam de Italiaanse knappe kop Gioseffo Zarlino in het reine met de muziek. Dat wil zeggen: zijn reine stemming heeft een toonladder met intervallen die bestaan uit breuken van kleine hele getallen: 2/1 voor het octaaf, 3/2 voor de kwint, 4/3 voor de kwart, 5/4 voor de grote terts, en 6/5 voor de kleine terts. De overige intervallen worden daarvan afgeleid. Misschien hoor je hoe rein sommige intervallen klinken.
De stemming van Pythagoras dan. Die is gebaseerd op een stapeling van reine kwinten. Die werkte prima, tot de muziek complexer werd bij de opkomst van de polyfonie. Door alle tussenstemmen en harmonieën werd de Pythagorese zaak toch een tikkie tricky.

Een andere bekende is de middentoonstemming. Die heeft natuurzuivere grote tertsen waardoor je al meer muzikale vrijheid hebt zonder dat de zaak wrang wordt. Wel hangt het van de toonsoort af. Een G majeurakkoord kan hemels klinken, terwijl een Fis akkoord je naar meevoert naar de middentoonhel.
Verderop in de barok werd er vrolijk geëxperimenteerd met stemmingen. Een bekende is Werckmeister III. Vernoemd naar Andreas Werckmeister, die bij de derde poging tot een lekkere stemming kwam. Kenmerkend zijn de vier iets te kleine kwinten.
Voor het grote publiek werd de zaak leefbaar met de Kirnbergerstemming. Het Wohltemperierte Klavier van Bach gaat hiermee hand in hand. Eindelijk kon men in alle toonsoorten spelen.

Dat Wohltemperiert slaat nog niet op gelijkzwevend. Tegenwoordig hanteren wij (op wat oudemuziekgroepen na) deze stemming. Onze hedendaagse octaven tellen twaalf even grote stukjes en volgens het compromissenmodel moet elk stukje water bij de wijn doen. Alle intervallen klinken hierdoor vals. Maar dit klinkt in onze oren heel normaal omdat wij hiermee opgroeien. Alleen het getrainde oor hoort de valsheid, de gelijke zweving.

Er zijn ook nog stemmingen uit een parallel universum. Zoals de 19-toonsstemming en de 31-toonsstemming (met een octaaf dat ineens respectievelijk 19 en 31 tonen bevat). Kunnen we de zaak nog verder opdelen? Tuurlijk, dacht Harry Partch en hij kwam met de 43-toonstemming. De populariteit daarvan valt tot op heden nogal tegen. Hoe zou dat toch komen? Dit is overigens alleen nog maar de afdeling Westerse stemmingmakerij, want onze aardbol bevat nog tal van andere stemmingen. Maar dat komt wellicht een volgende keer.


Beluister via Spotify de muziek uit alle afleveringen van Muziek in een Notendop.

Ster advertentie
Ster advertentie