Maurizio Pollini
- Klassiek
- Maurizio Pollini
De Italiaanse pianolegende Maurizio Pollini heeft uitgesproken fans én critici. Aan zijn vakmanschap twijfelt niemand, maar niet iedereen kan zich aan zijn precieze spel warmen. De één hoort "gloed en dramatiek", de ander heeft het gevoel te luisteren naar "een röntgenfoto van de partituur".
In zijn boek The Great Pianists
beschrijft de gezaghebbende Amerikaanse muziekcriticus Harold C. Schonberg de Italiaanse pianist Maurizio Pollini als "het archetype van de moderne stijl: objectief, letterlijk, streng, onpersoonlijk en gewijd aan een precieze blauwdruk van de muzikale architectuur."
Dat imago achtervolgt Pollini al bijna zijn gehele loopbaan. Vakgenoot Sviatoslav Richter noemde zijn spel "krachtig, zonder twijfel zelfs heldhaftig", maar kon zich er niet aan warmen. Anderen oordelen nog uitgesprokener en schrijven over "een röntgenfoto van de partituur" en "Chopin in metaal gegoten". Zijn voorstanders prijzen daarentegen Pollini’s "fenomenale precisie, die elke noot tastbaar het juiste gewicht en de juiste kleur geeft".
Een pianist die in de muziek opgaat
Zijn vakmanschap staat nooit ter discussie. In zijn boek Spraakmakende musici verhaalt muziekjournalist Jan de Kruijff over hoe hij de bezeten Italiaan aantreft in de opnamestudio in München in 1972. "Zelden zo’n geconcentreerd pianist aan het werk gezien", noteert hij, "iemand die zo z’n best deed, in de muziek opging en alles om zich heen vergat."
Pollini speelt het langzame deel uit Mozarts Pianoconcert nr. 23
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
'Dat joch speelt beter dan wij'
Pollini wordt op 5 januari 1942 geboren in een kunstzinnig gezin in Milaan. Zijn vader is een architect, die moderne gebouwen ontwerpt, maar ook bewondering koestert voor de oude vormen. "Traditie en vernieuwing leefden thuis onder één dak", zei de pianist later. Van zijn vader erfde Pollini ongetwijfeld zijn neiging om zowel de oude Bach als de nieuwe Boulez te omarmen.
Zijn moeder zingt, zijn oom is een bekend beeldhouwer. In de Milanese woning van de Pollini’s is het een komen en gaan van kunstenaars. De jonge Maurizio zuigt alles op. Zijn muzikale talent komt al vroeg aan de oppervlakte. Wanneer op zijn vijfde zijn amandelen worden geknipt, troost Pollini zich niet met eten van ijs, maar met het luisteren naar Bachs Brandenburgse Concerten en de late Pianosonates van Beethoven.
Lees ook

Componist - Ludwig van Beethoven
Grote pianisten bezoeken Milaan in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw. De kleine Maurizio ziet en hoort ze. "Ik heb mooie herinneringen aan de Chopin-vertolkingen van Arthur Rubinstein en aan Wilhelm Kempff, een dichter op de piano: een mengsel van schoonheid en wijsheid."
Al op zijn vijftiende eindigt Pollini als tweede bij het Pianoconcours in Genève. Hij is de beste van die lichting, want de eerste prijs wordt dat jaar niet uitgereikt. Drie jaar later volgt zijn definitieve doorbraak: hij wint in 1960 het grote Chopin Concours. Zijn jonge motoriek oogt onhandig op de archiefbeelden, althans bij de plichtplegingen rond de prijsuitreiking. Eenmaal achter de piano straalt de Italiaan een verbazend krachtige autoriteit uit. "Dat joch speelt beter dan wij", verzucht juryvoorzitter Arthur Rubinstein
De 18-jarige Maurizio Pollini bij het Chopin Concours in Warschau
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Pollini benadert de muziek als architectuur
De wereld ligt open voor Pollini, maar hij voelt dat de tijd nog niet rijp voor hem is. Hij trekt zich enkele jaren vrijwel terug uit de schijnwerpers om in de leer te gaan bij onder andere pianolegende Arturo Benedetti Michelangeli. "De jury van het Chopin Concours was meer dan aardig", zegt Pollini later. "Maar het was een heftige ervaring voor een tiener zoals ik. Er kleven gevaren aan vroege roem. Enerzijds moet je je stem laten horen, anderzijds moet je je natuurlijk ontwikkelen – evolueren – zonder haast en zonder je gevoel voor verwondering te verliezen."
Want het zijn juist de jeugdjaren, vindt de pianist, waarin de musicus zich onbevangen grote werken kan eigen maken. "De études van Chopin, waarmee ik voor het eerst het podium betrad op mijn veertiende, moet je vroeg bestuderen, want dan voel je je nog vrij om de poëzie te zoeken in muziek die van buiten slechts uit techniek lijkt te bestaan. Op oudere leeftijd groeit de onzekerheid. Dat was voor mij de reden om na de winst in Warschau in retraite te gaan. Ik wilde een basis leggen voor de zware jaren die nog zouden komen."
Lees ook

Componist - Frédéric Chopin
Zo’n vijf jaar later keert hij terug uit zijn retraite om zijn belofte waar te maken. Anderhalf jaar strenge lessen bij Michelangeli hebben een bevlogen jongeling gevormd tot een pianist die de noten in een ijzeren greep lijkt te houden. Hij wil de partituur voor zichzelf laten spreken. De aanpak roept het beeld op van zijn vader: Pollini benadert muziek als een architect. "Zijn voordracht heeft iets zakelijks", schrijft een recensent, "maar zijn verhaal kent wel gloed en dramatiek."
De jonge Pollini speelt Préludes van Chopin
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
"Je moet de noten een individuele klank geven"
De pianist rekent in de jaren daarna af met de sfeer van sentimentaliteit die rond muziek hangt, vooral die van Chopin. "Bij Pollini blijft de parfumfles gesloten, zijn aanslag heeft een direct karakter", vindt de ene criticus. "Hij laat de muziek verschijnen alsof hij haar uit graniet beitelt", oordeelt een andere.
Met de Oostenrijker Alfred Brendel belichaamt Pollini vanaf de jaren zestig een nieuw ras: de intellectueel-pianist. Hij blijkt ook een politiek bevlogen musicus in het traditioneel verscheurde Italië. Zijn communistische sympathieën brengen hem ertoe bijvoorbeeld een gratis concert tegen het fascisme te organiseren en met dirigent en goede vriend Claudio Abbado treedt Pollini in fabriekshallen voor arbeiders. Muziek en kunst bezitten voor hem ook een beschavende en emanciperende kracht. Hij speelt nooit meer dan zeventig concerten per jaar, omdat hij "tijd nodig heeft om na te denken".
Wist je dat...
het Milanese publiek de politiek bewogen Maurizio Pollini in 1972 van het podium jouwde, omdat hij voor zijn concert een protest wilde voorlezen tegen de hervatting van Amerikaanse bombardementen op Vietnam?
Velen zien in Pollini een pianist met een volmaakte techniek, maar dat ideaal moet hij met het klimmen der jaren loslaten. Wel wint zijn spel aan een zekere emotionaliteit. Want, vindt hij, de pianotechniek kent nu eenmaal twee pijlers. "Je kunt perfect de noten spelen, maar het hogere niveau is dat je niet alleen de noten speelt, maar ze een individuele klank verleent."
Pollini speelt alles: van oud tot modern. "Ik kies alleen stukken waarmee ik een blijvende band wil aangaan, waarvan ik een leven lang nooit genoeg zal kunnen krijgen. Je kunt nooit al het pianorepertoire spelen, dat is een oceaan waarin je verdrinkt. Iedereen zal daaruit moet kiezen wat hem of haar het beste ligt."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.