Diskotabel
NTR

Ali Groen: 'Ik probeer te laten horen hoe leuk het is om samen muziek te maken'

foto: Gerrit Vermeulen
  1. Klassiekchevron right
  2. Ali Groen: 'Ik probeer te laten horen hoe leuk het is om samen muziek te maken'

Ali Groen heeft zelfs nog een grammofoonspeler in huis, maar toch luistert ze vooral veel naar wat ze tegenkomt op YouTube. Gezegend met een scherp stel oren hoort ze álles, maar voor de musici in haar orkesten is ze mild. "Als je een foute noot speelt, dan wel graag een hele mooie."

Diskotabel

Iedere week reageert een panellid van Diskotabel op een aantal onmogelijke keuzes, die bieden immers een verhelderend kijkje in iemands wezen. Hoe luisteren de panelleden thuis naar muziek? Staat hun speellijst op shuffle of op repeat? En welke instrumentele bezetting heeft hun voorkeur? Deze week: dirigent en hoboïst Ali Groen.

Wie is Ali Groen?

Ali Groen studeerde hobo aan de conservatoria van Amsterdam en Den Haag en was vanaf 1978 verbonden aan het Residentie Orkest en daarna het Nederlands Philharmonisch Orkest. Door een chronische rugblessure zag ze zich in 1991 genoodzaakt haar carrière als uitvoerend musicus te stoppen. Sindsdien legt ze zich toe op lesgeven en dirigeren.

Als hobodocent was ze tot 2017 was ze verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daarnaast gaf ze masterclasses in diverse landen. Als dirigent staat ze momenteel voor kamerorkest Artoni, symfonisch blaasorkest Nieuw Geluid en blazersensemble Windkracht 10. Als gastdirigent dirigeerde ze bovendien diverse gezelschappen in binnen- en buitenland.

CD of stream?

Ik heb een cd-speler in huis en zelfs nog een grammofoonspeler, maar ik gebruik ze weinig, al heb ik heb bakken vol cd’s. En sinds ik in de auto geen cd-speler meer heb, luister ik daar ook maar weinig. Nee, het meeste luister ik via YouTube.

Ik ben nu bezig met de blazersrepetities bij het Nederlandse Studenten Orkest, we werken aan het Celloconcert van Elgar dat ze binnenkort gaan uitvoeren. Op YouTube ga ik dan eens luisteren naar verschillende opnames. Natuurlijk die van Jacqueline du Pré, prachtig. En Truls Mørk kwam voorbij. En een opname van cellist Sheku Kanneh-Mason tijdens de BBC Proms. Die uitvoering vond ik heel mooi - hoe hij lange lijnen weet te maken en hoe hij steeds samen is met het orkest.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Alleen of samen?

Ik ben heel irritant om mee samen te luisteren, want ik geef steeds commentaar als er een concert op staat. ‘Te laat’, bijvoorbeeld, of ‘dat is vals’. Ik vind een foutje maken overigens helemaal niet erg, maar ik hoor het wel als het gebeurt. Als dirigent makkelijk natuurlijk, maar als gewone luisteraar ook wel onhandig. Tegen de mensen in mijn orkesten zeg ik altijd: ‘Als je een foute noot speelt, dan wel een hele mooie graag!’

Kamerensemble of orkest?

Als ik moet kiezen, kies ik voor orkest. Vanaf het begin af aan vond ik dat het gaafst, al ik heb ook altijd veel kamermuziek gespeeld. In een orkest had ik het gevoel dat ik kon bijdragen aan een groot geheel. Ik hoefde niet per se de hobosolo’s te spelen. Ik herinner me nog dat ik onder Claudio Abbado meespeelde in Mahlers Zesde symfonie. Als hoboïst had ik in de eerste paar delen niet zo heel veel te doen, dus ik kon tijdens de repetities heerlijk luisteren. Pas in het laatste deel hoefde ik pas echt in actie te komen, maar zo kon ik juist extra lang genieten.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Hobo of baton?

Dat is weer zo’n allebei-verhaal. Ik had als hoboïst een geweldige baan bij het Nederlands Philharmonisch Orkest. Iedere week zat ik in het Concertgebouw in Amsterdam, of bij de Nationale Opera, maar door een blessure moest ik uiteindelijk stoppen.

Ik was toen inmiddels al een beetje begonnen met dirigeren, omdat ik het leuk vond. Als dirigent hou ik ervan dat ik werk met allerlei mensen die van muziek houden, van jeugd- tot ouderenorkesten, symfonie- en blaasorkesten, van beginnend tot zeer gevorderd niveau. Ik probeer telkens te laten horen hoe leuk het is om samen muziek te maken.

Onbekende stukken of klassieke canon?

Als ik nu de musici uit jeugdorkesten hoor dan willen ze steeds Mahler, Rachmaninov en Sjostakovitsj spelen. Dat herken ik wel van vroeger, maar door de jaren heen is dat voor mij persoonlijk veranderd. Natuurlijk is die muziek prachtig, maar ik inmiddels heb ik dat repertoire wel gehad. Ik luister zelf naar van alles – van Bach tot modern en zelfs symfonisch rock!

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Gedetailleerde partituur of veel vrijheid?

Het liefst een gedetailleerde partituur. Ik moet meteen denken aan dirigent Hartmut Haenchen onder wiens leiding ik veel Mahler gespeeld heb. Hij deed altijd precies wat er in de partituur stond, want dat stond er nou eenmaal. Mahler is misschien wel het beste voorbeeld van een componist die veel aanwijzingen geeft. Soms staat het er zelfs dubbel, dan moet je ‘in tempo blijven spelen’ en voegt hij er apart nog ‘Nicht schleppen’ aan toe. Ja, dan kun je dat maar beter niet doen. Het mág van mij best hoor, maar Mahler schreef het niet voor niks.

Iemand die Mahler ook geweldig dirigeerde was Abbado. Het leek wel alsof hij Mahler was. Alles voelde zo natuurlijk. Nooit dacht ik, het is een beetje moeizaam. Hij liet musici ook echt naar elkaar luisteren. ‘Let niet op mij, maar luister naar de trompetten’, zei hij dan. ‘Als je hen volgt, dan is het toch duidelijk?’

Favoriete opname van dit moment?

De Noorse sopraan Lise Davidsen en bracht vorig jaar een cd uit met pianist Leif Ove Andsnes met daarop liederen van Edvard Grieg. Haar stem heeft zoveel kleuren. IJle kleurtjes, of juist donkere. En ze weet haar vibrato prachtig te doseren.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Luister Diskotabel ook als podcast:

Diskotabel

Diskotabel

Ster advertentie
Ster advertentie