Fragment

De Torenkamer: Renée van Marissing - Dag 1

  1. Fragmentenchevron right
  2. De Torenkamer: Renée van Marissing - Dag 1

Met drie woorden ging ik om half elf de Torenkamer in: here be dragons; hier zijn draken. Deze woorden schreven cartografen vroeger op kaarten en globes bij de onontdekte gebieden. Ik vind het een mooi en spannend startpunt van deze week.


Vanochtend heb ik, behalve mijn laptop, wat vellen papier, pennen en een paar boeken in mijn rugzak gestopt. Eigenlijk heb ik altijd een of meerdere boeken op mijn tafel liggen als ik aan het werk ben. Ruimten Rondom van Georges Perec, Let Them Eat Chaos van Kate Tempest, Habitus van Radna Fabias en nog een paar. Ik vind het prettig om taal om me heen te hebben, taal op papier. Ik kijk naar de ruggen. En daarna kijk ik uit het raam.


Opstaan. Koffie, water, deur dicht, papier. En nu, de draken. Waar zijn ze? Wat zijn ze? Wat wil ik eigenlijk maken, waar wil ik over schrijven?


Ik lees een essay van de Turkse schrijfster Eilf Shafak dat hier niks mee te maken heeft maar dat al een dag of tien geopend staat op mijn laptop, ik kijk uit het raam, ik maak een wandeling over de Overtoom en door het Vondelpark, ik luister muziek, ik stuur mijn moeder een sms.


Omtrekkende bewegingen. Ik ken het, zo gaat het altijd, ik raak er niet meer van in de war. Dit is mijn schrijfproces. Eerst de weg kwijtraken voordat ik hem vind.


Aan het eind van de middag fiets ik naar huis, niet omdat ik thuis iets moet doen, maar om in beweging te zijn. Paul Auster schrijft in zijn Winter Journal dat hij moet bewegen om te kunnen schrijven, dat woorden komen met beweging. Hij schrijft dat woorden de muziek van het lichaam zijn, dat de betekenis van de woorden begint bij de muziek van de woorden. Wanneer hij aan tafel zit te schrijven, is hij in zijn hoofd nog steeds, nog altijd aan het lopen.


Thuis stofzuig en dweil ik de vloer. Dan fiets ik terug naar de Torenkamer en begin te schrijven.