Het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Russen
- Concerten
- Het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Russen
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest brengt relatief vroege werken van Prokofjev, Rachmaninov en een prachtig klankverhaal (in de traditie van de Russische sprookjesballetten) van Sofia Goebaidoelina.
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Russen
Sprookjesgedicht, 1971
Sofia Goebajdoelina
Uitvoerenden: Lawrence Renes (Dirigent), Rotterdams Philharmonisch Orkest
Concert voor viool en orkest nr.1, op.19 in D gr.t. - compleet
Sergej Prokofjev
Uitvoerenden: Kristof Barati (viool), Lawrence Renes (Dirigent), Rotterdams Philharmonisch Orkest
Symfonie nr.2, op.27 in e kl.t. - compleet
Sergej Rachmaninov
Uitvoerenden: Lawrence Renes (Dirigent), Rotterdams Philharmonisch Orkest
zaterdag 18 maart 2023
OmroepNTR
ComponistenSergej Prokofjev, Sergej Rachmaninov, Sofia Goebajdoelina
UitvoerendenKristof Barati (viool), Lawrence Renes (Dirigent)
EnsemblesRotterdams Philharmonisch Orkest
TijdperkenMidden/laat twintigste eeuw, Vroeg twintigste eeuw
LocatieConcertgebouw, Amsterdam
Kristóf Baráti speelt Prokofjev
De Hongaarse sterviolist Kristóf Baráti speelt het Eerste vioolconcert van Sergej Prokofjev. Toen deze in 1918 de verschrikkingen van de oorlog en de communistische staatsgreep ontvluchtte, had hij nauwelijks geld op zak; in zijn bagage wel deze muziek. In Amerika had hij niet het succes waarop hij had gehoopt, en pas in 1923 vond de première plaats in Parijs. Zodra de Russische violist David Oistrach het uiteindelijk onder handen nam, ontdekte die de iriserende, haast bovenmenselijke schoonheid van de muziek, die hij beschreef als “een zonovergoten landschap, waardoor een frisse geur van de natuur waait.”
Rachmaninovs natuur
Voor Sergej Rachmaninov was de natuur, met haar circulaire proces van groei en verval, een belangrijke inspiratiebron. “Ik maak een grote wandeling door de natuur. Mijn ogen vangen de lichtval op van jong loof na een regenbui, mijn oren de ritselende ondertoon van het bos. Of ik zie de bleke tinten boven de horizon na zonsondergang en ze duiken in één keer tevoorschijn – alle stemmen tegelijk. Niet een paar tonen hier en een paar tonen daar. Alles. Het hele complex groeit.” Het lange Adagio uit zijn Tweede symfonie (1908) is zo lyrisch en expressief, dat je je afvraagt waarom Rachmaninov geen grotere operacomponist is geworden...