The fairy queen ; Suite 1 en 2

Aaron Copland
De Symphony for Organ and Orchestra van Aaron Copland (foto) - zijn eerste grote werk – beleefde haar première op 11 juli 1925; zijn laatste leraar, Nadia Boulanger, zat achter het orgel en het New York Symphony Orchestra stond onder leiding van Walter Damrosch. Nadat het applaus was weggeëbd kwam Damrosch naar voren en zei tot het publiek: "U zult het zeker met mij eens zijn dat als een begaafde jongeman op zijn drieën twintigste een dergelijke symfonie kan schrijven" - moment stilte - "hij over vijf jaar in staat is een moord te plegen". Kenmerkend genoeg voor Copland vatte hij het op als een grap. Anderen, onder wie de critici, deden dat niet, of ze het nu met deze uitspraak eens waren of niet. Dit was het begin van een carrière die van enorm belang zou zijn voor de Amerikaanse muziek. Eenentwintig jaar later, op 18 oktober 1946, werd Coplands Derde symfonie uitgevoerd door het Boston Symphony Orchestra onder leiding van Serge Koussevitzky, een van de weinige dirigenten die zich actief inzette voor Amerikaanse componisten. Bernstein zou een paar jaar later in een interview zeggen: "Ik dirigeerde Aarons Derde symfonie in 1947 in Praag. De symfonie is een Amerikaans monument geworden, ongeveer als het Washington Monument of het Lincoln Memorial".